
Inrichten doe je samen!
Meestal is het inrichten van je interieur ontzettend leuk. Je krijgt de mogelijkheid je creatieve kant lekker los te laten en daarna volop te genieten van het eindresultaat…
Maar soms kun je zo opgaan in je eigen ideeën, dat je even vergeet dat er nog iemand anders bij je in huis woont….
Zo had ik enige tijd geleden in een impuls een prachtig kastje gekocht. Je kent het wel, zo’n brocante exemplaar wat in een grijzige krijtverf geschilderd was. Ik was op slag verliefd op het grijze ding. En bovendien had ik nog een muurtje over, zo dacht ik. Dus toen de grote vrachtwagen mijn pad opreed, kon ik mijn vreugde niet op. Er was echter een klein mankementje in het volmaakte geheel; ik had mijn man niks verteld over mijn aankoop. Misschien was het mijn kleine geheimpje dat ik al die tijd dicht bij me had gedragen. Want ik vermoedde dat zijn reactie misschien niet zo positief zou zijn als ik mezelf al die tijd had voorgehouden. Het kastje was immers zonder zijn medeweten gekocht, en er waren nog zoveel andere dingen die financiële prioriteit hadden.
Maar, bedacht ik, misschien zou het allemaal wel meevallen. Als het eenmaal stond te pronken, zou hij het vast prachtig vinden.
Dus hield ik vast aan mijn plan en liet ik het kastje op een rustige donderdagmorgen bezorgen. De bezorger was een bijzonder aardige man, die mijn enthousiasme wel op prijs stelde. Hij tilde, samen met zijn compagnon, het kastje voorzichtig naar binnen en ik dirigeerde hem naar de juiste hoek. En daar stond hij, helemaal in zijn element. Alsof het voor dat plekje gemaakt was. Het enige wat me nog te doen stond was de geluidsinstallatie overhevelen van het ‘oude’ kastje, naar de nieuwe aanwinst. En dan was het enkel nog een kwestie van genieten. Dacht ik……
Totdat manlief ’s avonds het huis binnentrad. We groeten elkaar en hij loopt, blij dat hij thuis is, richting de huiskamer. Ik hoor zijn tred in de kamer even stokken. Dan barst hij los, meer verbaasd dan boos; “An, wat heb je nu gedaan?” Het rood schiet naar mijn wangen, en ik stamel; “niks, ik heb niks gedaan.” Het laatste woord is al nauwelijks niet meer te horen; “Af-schu-we-lijk, mompelt hij. Echt afschuwelijk. En dat heb je zonder enig overleg gekocht? Hoe kun je dat nou doen?” Ik probeer nog te reageren, maar besef dat hij gelijk heeft. Nou ja, bijna gelijk. Want het kastje is verre van afschuwelijk. Het is meer de schok dat ik iets in de huiskamer zet, zonder overleg. Het idee dat we sámen een nieuw huis hebben gekocht, dat we sámen zouden inrichten en waar ik nu de traditie op een schandelijke manier heb verbroken. Ik besluit hem uit te laten razen en een plan de campagne in elkaar te draaien, zodat we een compromis kunnen sluiten.
Enkele uren later, waarin hij uit pure boosheid het kastje op Marktplaats heeft gezet, en ik het er weer af heb gegooid met de woorden zijn auto op Marktplaats te zetten als hij zich nog eens aan mijn kastje waagt, zijn we allebei weer wat afgekoeld. Het kastje mag blijven! Maar dan wel in mijn leefgebied; de keuken. En daar staat mijn aankoop nu te pronken. En ik ben er nog steeds trots op; al zeg ik dat natuurlijk niet te hard. Of ik spijt heb van mijn aankoop? Nee, helemaal niet. Maar wel van de manier waarop. Voortaan moet ik gewoon mijn charmes in de strijd gooien, dan krijg ik het kastje ook wel waar ik het hebben wil. Dat is dan weer het voordeel van vrouw-zijn…