
(Ver)Lease je inrichting
Befaamde trendwatchers zijn het er allemaal over eens; het wordt dé trend om je inrichting te leasen. Je betaalt gewoon maandelijks een bedrag voor het gebruik, en wanneer een geleende stoel of kast je niet meer aanstaat, ruil je hem in. Net als bij een auto…
“Want,” zo zeggen ze, “het idee dat producten eigendom zijn van consumenten is simpelweg niet meer van deze tijd. Als consument ben je alleen geïnteresseerd in de prestatie van een product. Niet in het bezitten daarvan.”
Ik probeer me in te denken hoe dat voelt. De kast, die eerst bij Pieter, toen bij Paula en toen bij de achterburen heeft gestaan, staat nu in mijn kamer. De achterbuurvrouw bewaarde de tools voor haar kunstgebit zorgvuldig in het laatje van de kast. En elke keer als ik mijn bestek uit het laatje pak, word ik gedwongen om te denken aan het gebit van mijn buurvrouw. Met lede ogen zie ik dat de uitleentijd is verstreken van de tafel met dat kleine scheurtje aan de zijkant. Een scheurtje dat is veroorzaakt toen mijn dochter tijdens haar eerste stapjes achter de blokkenkar nog niet de motorische verfijndheid had ontwikkeld om de tafel te omzeilen. De stoel, waarin mijn oma zo vaak neerplofte als ze bij ons op bezoek was, staat nu bij mensen die er een slaapplaats voor hun hond van hebben gemaakt.
Onder op elk meubelstuk zit een streepjescode die de eigenaar van de kast kan uitlezen. Op de computer verschijnt een prachtig overzicht waar het meubelstuk heeft gestaan, hoe lang iemand het heeft gehuurd en wie die kras aan de linkerzijde heeft veroorzaakt. Nauwkeurig wordt de maat opgenomen en de schade aan het meubelstuk geïnventariseerd. Er komt een speciale inruilinboedelschadeverzekering die een kwart van je maandsalaris opslokt.
Op straat zien we mensen met boedelbakjes over de weg scheuren, om hun complete huidige inrichting in te ruilen bij een ‘trendruilpunt’.
En dan die kassa. Het sjouwen met pakketjes bij de Ikea is nog tot daar aan toe. Maar die loodzware tafel van Piet Hein Eek en een fauteuil van Ralph Lauren op mijn schouder, gaat zelfs mij wat te ver.
Maar het allergrootste punt is de persoonlijke en emotionele kant van het verhaal. Waar blijven de authentieke en persoonlijke inrichtingen? Waar blijft de ziel van je huis? Dat kastje van mijn overgrootmoeder, vol dierbare herinneringen, hoort gewoon in mijn huis. Ook al is het misschien trendtechnisch gezien, helemaal ‘uit’. Want een inrichting wordt niet alleen gemaakt door de meubelstukken die erin staan, maar vooral door wie erin woont.
Oké, trendwatchers mogen dan gespecialiseerd zijn in het bedenken van buitengewoon bijzondere toekomstvoorspellingen. Maar deze voorspelling is wat mij betreft wat té buitengewoon. Nee, geef mij dan maar een sfeervolle meubelzaak, waar ik urenlang dromend kan ronddwalen. Waar voelen, ruiken en proberen uiteindelijk resulteren in een aankoop van iets wat echt bij mij past. En dan het voldane gevoel dat ik mijn spaarcentjes uitgeef aan iets wat écht helemaal van mij is. Iets waar ik elke keer vol trots naar kan kijken, zonder dat ik elke leasedag voel, dat dit mooie meubelstuk op een dag bij iemand anders zal staan. Een inrichting leasen? Mij niet gezien! Dan ben ik maar niet meer van deze tijd.